Qamar ging bij Laborijn aan de slag als cultuurvertaler en is inmiddels in dienst als medewerker inburgering. Negen jaar geleden, toen ze 21 was, vluchtte ze uit Syrië naar Nederland. Ze sprak geen woord Nederlands en kreeg weinig hulp.

“Ik moest echt alles zelf uitvinden”

“Ik wist niet wat de regels zijn, waar je afval moest laten, hoe het Openbaar Vervoer werkte, wat internetbankieren was.” Die ervaring neemt ze mee in haar werk: “Wat ik toen miste, kan ik nu zelf wel aanbieden. Ik leg van A tot Z uit hoe het werkt in het nieuwe thuisland: gewoonten, normen en waarden. Het gaat dus om veel meer dan letterlijk vertalen,  want dat is niet genoeg om dingen te begrijpen. Qamar gebruikt daarbij volop haar creativiteit. Zo gaat ze met een groep inburgeraars naar buiten en leren ze spelenderwijze samen nieuwe Nederlandse begrippen. Zelf is ze inmiddels gestart met een opleiding tot Sociaal werker.

Vertrouwen is groot

Qamar: “In een ontspannen sfeer kunnen mensen beter inburgeren. Daarom zorg ik altijd voor een warme ontvangst met interesse voor iedereen afzonderlijk: ‘Wie ben jij, wat kan je, wat wil je worden?’ Elke 4 weken komt er een nieuw thema aan bod, zoals gezondheidszorg of openbaar vervoer. Wat doet een huisarts en hoe maak je daarmee een afspraak? Wanneer ga je naar de huisartsenpost? Mensen hebben (nog) geen idee.”

Ze merkt dat de inburgeraars haar en Laborijn vertrouwen. “Inburgeren is keihard werken. Soms moeten we streng zijn, bijvoorbeeld als mensen zich niet aan de afspraken houden. Toch zijn de meesten heel positief. Er wordt gelukkig veel gelachen. Ze vragen zelfs: ‘Mogen wij ook cultuurvertaler worden?’ Dat geeft mij veel hoop en voldoening.”

* Sinds januari 2023 heeft Laborijn cultuurvertalers. Zij bezitten een diversiteit aan achtergrond en taalkennis, waardoor we in principe bijna alle inwoners ook in hun eigen moedertaal kunnen begeleiden. De cultuurvertalers zijn ervaringsdeskundigen en weten als geen ander waar inburgeraars behoefte aan hebben.